In Nederland zijn er specifieke eisen voor fietsverlichting / fietslampjes om de veiligheid van fietsers te waarborgen. De wettelijke eisen voor fietsverlichting zijn vastgelegd in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990. Hier zijn de belangrijkste vereisten:
1. Wit of geel licht? Fietslamp aan de voorkant:
– Essentiële Nederlandse fietsverlichtingseisen: de fiets moet voorzien zijn van een wit of geel licht aan de voorkant.
2. Rood fietslicht aan de achterkant:
– Aan de achterkant van de fiets moet rood licht zijn aangebracht.
3. Fietslamp bevestiging:
– De verlichting moet vast op de fiets zijn bevestigd. Losse lampjes die je aan je kleding kunt vastmaken, voldoen niet aan de eisen.
4. Knipperende fietslamp:
– De verlichting mag niet knipperen. Statisch licht is verplicht.
5. Zichtbaarheid fietsverlichting:
– De verlichting moet goed zichtbaar zijn, ook bij slechte weersomstandigheden. De verlichting moet voldoende lichtopbrengst hebben en mag niet bedekt zijn.
6. Reflectoren:
– Naast verlichting moeten fietsen ook voorzien zijn van reflectoren. Een rode reflector aan de achterkant en gele reflectoren aan de trappers.
7. Geen hinderlijk fietslicht:
– De verlichting mag geen hinder veroorzaken voor medeweggebruikers. Het is bijvoorbeeld verboden om verblindend licht te voeren.
8. Goedgekeurde verlichting:
– De verlichting moet voldoen aan bepaalde keurmerken en normen die zijn vastgesteld voor fietsverlichting.
Controleer altijd of de fietsverlichting op jouw fiets aan deze eisen voldoet, vooral als je regelmatig in het donker fietst. Het niet voldoen aan de verlichtingseisen kan leiden tot boetes.